Hoofdpunten voor de eerste drie kwartalen van 2003
- Netto-omzet in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 43,3 miljard, een daling van 10,5% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, of een stijging met 3,3% exclusief het omrekeningseffect van wisselkoersen
- Bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving goodwill en bijzondere lasten EUR 857 miljoen, een daling van 53,4% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, of een daling van 45,5% exclusief het omrekeningseffect van wisselkoersen
- Nettoresultaat EUR 62 miljoen negatief, inclusief een bijzondere last die geen effect op de liquiditeit had van EUR 130 miljoen (eerste drie kwartalen van 2002: EUR 17 miljoen positief);
- Nettokasstroom uit operationele activiteiten EUR 873 miljoen vergeleken met EUR 1.692 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar.
Zaandam, 26 november 2003 -
Ahold maakt vandaag de resultaten over de eerste drie kwartalen van 2003 bekend. In een commentaar op de resultaten zei Hannu Ryöppönen, Chief Financial Officer: "De resultaten over de eerste drie kwartalen van 2003 geven dezelfde trend weer als de halfjaarresultaten die op 7 november werden gepubliceerd, met enige achteruitgang van het bedrijfsresultaat in de Amerikaanse detailhandelsactiviteiten en een toename van de operationele verliezen bij U.S. Foodservice. Eenmalige posten hebben zowel bij U.S. Foodservice als bij de Amerikaanse detailhandelsactiviteiten het resultaat nadelig beïnvloed. Het bedrijfsresultaat in Europa daalde, vooral als gevolg van een afname bij Albert Heijn."
Cijfers Ahold over de eerste drie kwartalen van 2003
Netto-omzet
De daling van de netto-omzet met 10,5% was in grote mate toe te schrijven aan lagere wisselkoersen, met name van de Amerikaanse dollar. De gemiddelde koers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro was in de eerste drie kwartalen van 2003 circa 16,7% lager dan in dezelfde periode van vorig jaar. Exclusief wisselkoerseffect steeg de netto-omzet met 3,3%, vooral als gevolg van een stijging van 3,2% van de netto-omzet van de Amerikaanse detailhandelsactiviteiten, een stijging van 1,3% van de Europese detailhandelsactiviteiten en een stijging van 1,2% bij U.S. Foodservice.
Bovendien werd de netto-omzet in de eerste drie kwartalen van 2003
- positief beïnvloed door de consolidatie gedurende de gehele periode in de geconsolideerde jaarrekening van Ahold van Disco en Santa Isabel in Zuid-Amerika, die in respectievelijk het tweede en derde kwartaal van 2002 in de consolidatie werden opgenomen;
- positief beïnvloed door de acquisitie van Lady Baltimore en Allen Foods in respectievelijk september en december 2002 die, samen met de bovengenoemde consolidatie van Disco en Santa Isabel, voor ongeveer 1,2% en 3,3% bijdroegen aan de netto-omzet; en
- fractioneel negatief beïnvloed door de verkoop van Jamin en De Tuinen in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 en door de verkoop van de Chileense, Maleisische, Indonesische en Paraguayaanse activiteiten en van De Walvis in Nederland in het derde kwartaal van 2003.
Bedrijfsresultaat
De daling van het bedrijfsresultaat van 49,0% werd vooral veroorzaakt door een minder gunstige operationele gang van zaken in alle werkgebieden, de daling van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro en hogere kosten van accountants en juridische en andere adviseurs. Bovendien werden, zoals hierna uiteengezet, in het derde kwartaal van 2003 bijzondere lasten van EUR 130 miljoen genomen in verband met de verkoop van een aantal buitenlandse werkmaatschappijen, met name van de Chileense activiteiten. Het bedrijfsresultaat werd in dezelfde periode van vorig jaar negatief beïnvloed door een bijzondere last van EUR 372 miljoen. De bijzondere last werd veroorzaakt door het in gebreke blijven van Velox Retail Holdings (VRH), de vroegere joint venture partner van Ahold, inzake bankschulden waar Ahold garant voor stond.
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving goodwill en bijzondere lasten daalde met 53,4% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Exclusief het effect van wisselkoersveranderingen zou het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving goodwill en bijzondere lasten in de eerste drie kwartalen van 2003 met 45,5% zijn gedaald in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. Zoals hiervoor aangegeven, werd de daling hoofdzakelijk veroorzaakt door een minder gunstige operationele gang van zaken in alle werkgebieden en door hogere kosten van accountants en juridische en andere adviseurs.
Afschrijving goodwill
De afschrijving goodwill bedroeg in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 131 miljoen, een daling van 35,1% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De daling was vooral het gevolg van lagere bedragen aan goodwill op de balans eind 2002 als uitvloeisel van de bijzondere waardevermindering van goodwill van EUR 1.281 miljoen die in 2002 is genomen, waarvan EUR 1.185 miljoen in het vierde kwartaal van 2002, alsmede de lagere gemiddelde wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro.
Bijzondere waardevermindering goodwill
In de eerste drie kwartalen van 2003 werden geen lasten genomen wegens bijzondere waardevermindering van goodwill tegen EUR 96 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De bijzondere waardevermindering in de eerste drie kwartalen van 2002 hing voornamelijk samen met de aankoop van de resterende aandelen van DAIH in juli en augustus 2002.
Bijzondere lasten
In de eerste drie kwartalen van 2003 werden bijzondere lasten genomen van EUR 130 miljoen in verband met de verkoop van buitenlandse werkmaatschappijen, vooral van onze Chileense activiteiten. Van deze bijzondere lasten hing EUR 90 miljoen samen met de boeking van geaccumuleerde wisselkoersverschillen in de winst- en verliesrekening en EUR 36 miljoen met de correctie van goodwill die eerder beide ten laste van het eigen vermogen waren gebracht. Beide posten hadden geen effect op de liquiditeit en op het totale eigen vermogen. Wisselkoersverschillen met betrekking tot de omrekening van de financiële resultaten van buitenlandse werkmaatschappijen worden rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Wanneer deze wisselkoersverschillen worden gerealiseerd bij de verkoop of liquidatie van de betreffende buitenlandse werkmaatschappij, worden de geaccumuleerde wisselkoersverschillen opgenomen in de winst- en verliesrekening. Volgens Dutch GAAP dient het bedrag aan goodwill dat tevoren bij de acquisitie rechtstreeks van het eigen vermogen was afgeboekt, eveneens pro rata te worden overgebracht naar de winst- en verliesrekening indien de betreffende onderneming binnen zes jaar na de aanvankelijke acquisitie wordt verkocht.
Netto financiële baten en lasten
De netto financiële basten en lasten stegen met 4,1% als gevolg van een toename van bankprovisies en rentelasten uit hoofde van de nieuwe kredietfaciliteit die op 3 maart 2003 werd ondertekend, nieuwe schulden die werden opgenomen, dan wel overgenomen bij acquisities in de loop van 2002 en een stijging van het in contanten uitbetaalde dividend in 2002.
De stijging van bankprovisies en rentelasten werd gedeeltelijk tenietgedaan door een gunstig wisselkoerseffect, met name van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Euro. Exclusief wisselkoerseffect stegen de netto financiële baten en lasten met 18,8%.
De stijging van bankprovisies en rentelasten was gedeeltelijk het gevolg van hogere rentetarieven voor de nieuwe kredietfaciliteit in vergelijking met de vroegere faciliteit. Onder de nieuwe kredietfaciliteit bedroeg de geldende rente aan het eind van het derde kwartaal van 2003 LIBOR (of EURIBOR voor in Euro's luidende leningen) plus een opslag van 3,25%. De rente onder de oude kredietfaciliteit bedroeg eind 2002 LIBOR (of EURIBOR voor in Euro's luidende leningen) plus een opslag van 0,35% tot 0,4%, afhankelijk van het bedrag waarvoor op de faciliteit werd getrokken.
Het bedrag van door Ahold opgenomen leningen en kredietbrieven onder de kredietfaciliteit 2003 is toegenomen in vergelijking met de oude kredietfaciliteit. Ahold moest ook aanzienlijke provisies betalen onder de kredietfaciliteit 2003 en in verband met de uitbreiding en aanpassing van het debiteuren-securitisatieprogramma. Ahold had aan het eind van het derde kwartaal in het kader van de kredietfaciliteit 2003 USD 750 miljoen en EUR 600 miljoen opgenomen, alsmede voor USD 353 miljoen aan kredietbrieven uitgegeven die een tarief hadden van 3,25% van het nominale bedrag. Eind 2002 was in het kader van de oude kredietfaciliteit een bedrag van USD 80 miljoen opgenomen, terwijl daarnaast voor USD 150 miljoen aan kredietbrieven was uitgegeven met een tarief van 0,40%.
Het wisselkoersresultaat was in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 16 miljoen positief en hing vooral samen met het gunstige effect van de revaluatie van de Argentijnse peso op in Amerikaanse dollars luidende schulden in Argentinië. In de eerste drie kwartalen van 2002 was het wisselkoersresultaat EUR 85 miljoen negatief vanwege de ongunstige invloed van de devaluatie van de Argentijnse peso op in Amerikaanse dollars luidende schulden en verliezen uit hoofde van inflatiecorrectie met betrekking tot in Argentijnse peso's luidende schulden in Argentinië.
Belastingen naar de winst
De belastingdruk, gecorrigeerd voor het effect van niet fiscaal aftrekbare lasten wegens bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten, steeg tot 50,9% in de eerste drie kwartalen van 2003 vergeleken met 30,0% in dezelfde periode van vorig jaar. De belangrijkste factor die bijdroeg aan deze stijging was een veranderde mix van resultaten in de verschillende landen, en een groter verlies in gebieden waar verliezen niet gecompenseerd konden worden.
Resultaat deelnemingen
Het resultaat deelnemingen bedroeg in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 139 miljoen, vergeleken met EUR 42 miljoen negatief in dezelfde periode van vorig jaar. Het aandeel in de winst van ICA, begrepen onder Europese joint ventures, steeg in de eerste drie kwartalen van 2003 aanzienlijk, vooral als gevolg van een winst die samenhing met de sale and leaseback van enkele distributiecentra.
Het verlies in de eerste drie kwartalen van 2002 werd voornamelijk veroorzaakt door verliezen bij DAIH. Het verlies van DAIH van EUR 126 miljoen is een weerspiegeling van de verliezen die werden geleden bij Disco en Santa Isabel toen zij nog niet werden geconsolideerd, welke verliezen voornamelijk het gevolg waren van het negatieve effect van de devaluatie van de Argentijnse peso op in Amerikaanse dollars luidende schulden, alsmede de verliezen uit hoofde van inflatiecorrectie op in Argentijnse peso's luidende schulden van derden in Argentinië. De verliezen van DAIH in de eerste drie kwartalen van 2002 werden gedeeltelijk gecompenseerd door positieve resultaten van ICA AB, Jerónimo Martins Retail (JMR) en Paiz Ahold in deze periode.
Nettoresultaat
Het nettoresultaat was in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 62 miljoen negatief tegen EUR 17 miljoen positief in dezelfde periode van vorig jaar. Het negatieve nettoresultaat in 2003 werd hoofdzakelijk veroorzaakt door de minder gunstige operationele gang van zaken in alle werkgebieden, hogere kosten van accountants en juridische en andere adviseurs en de daling van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Euro, alsmede bijzondere lasten van EUR 130 miljoen in verband met desinvesteringen.
Winst (verlies) per gewoon aandeel na preferent dividend
In de eerste drie kwartalen van 2003 bedroeg het verlies per gewoon aandeel na preferent dividend EUR 0,10 vergeleken met een verlies van EUR 0,01 in dezelfde periode van vorig jaar.
Hieronder volgt een bespreking van de netto-omzet en overige financiële informatie van de operationele segmenten van Ahold.
Verenigde Staten - detailhandel
Derde kwartaal 2003
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten daalde in het derde kwartaal van 2003 door lagere brutomarges als gevolg van toegenomen promotionele activiteiten, met name bij Giant-Landover en Tops. Stop & Shop vertoonde in het kwartaal opnieuw een solide ontwikkeling.
Het bedrijfsresultaat werd ook aanzienlijk beïnvloed door lasten uit hoofde van bijzondere waardevermindering met betrekking tot duurzame activa en bepaalde eenmalige posten. In het derde kwartaal van 2002 hadden bovendien winsten op vastgoed van in totaal EUR 29 miljoen vorig jaar (dit jaar een winst van EUR 4 miljoen) een positieve invloed op het bedrijfsresultaat.
Eerste drie kwartalen van 2003
De daling van de netto-omzet in de eerste drie kwartalen van 2003 was grotendeels toe te schrijven aan een lagere koers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro. In Amerikaanse dollars steeg de netto-omzet met 3,2% als gevolg van vergelijkbare omzetgroei en de opening van nieuwe winkels. De identieke omzet steeg met 0,1% en de vergelijkbare omzet in bestaande en vervangende winkels steeg met 0,9%. Bij Stop & Shop en Giant-Carlisle steeg de netto-omzet in Amerikaanse dollars met respectievelijk 6,6% en 7,8%. Giant-Landover en Tops ondervonden druk op de netto-omzet als gevolg van de zwakke economie en de verscherpte concurrentie, hetgeen resulteerde in slechts een geringe toename van de netto-omzet in Amerikaanse dollars. Als gevolg van het moeizame economische klimaat in het zuidoosten van de Verenigde Staten daalde de netto-omzet in Amerikaanse dollars bij Bruno's en BI-LO (exclusief Golden Gallon).
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten daalde in de eerste drie kwartalen van 2003, vooral als gevolg van de daling in het derde kwartaal. De bedrijfskosten van alle Amerikaanse detailhandelsbedrijven werden beïnvloed door hogere pensioenkosten, alsmede voortdurend stijgende ziektekosten. Deze kostenstijgingen werd gedeeltelijk tenietgedaan door diverse kostenbesparingsplannen.
Europa - detailhandel
Derde kwartaal 2003
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten van Albert Heijn daalde in het derde kwartaal van 2003 aanzienlijk ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar. De daling was vooral het gevolg van lagere verkopen en brutomarges, welk effect gedeeltelijk tenietgedaan werd door lagere bedrijfskosten als gevolg van de start van kostenbesparingsplannen. Albert Heijn herstructureert het hoofdkantoor en de logistieke functies, met een personeelsreductie van 440 man.
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten van de overige Europese detailhandelsactiviteiten steeg in het derde kwartaal van 2003 in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. De stijging was vooral te danken aan een sterke verbetering bij Schuitema als gevolg van een hogere omzet en lagere bedrijfskosten. Het negatieve bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten in Centraal Europa verslechterde, gedeeltelijk als gevolg van lasten uit hoofde van bijzondere waardevermindering van vaste activa met betrekking tot de verkoop van twee hypermarkten in Polen en hogere bedrijfskosten wegens de opening van nieuwe winkels. In Spanje was er een klein negatief bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten vooral als gevolg van iets lagere brutomarges en hogere bedrijfskosten die gedeeltelijk samenhingen met nieuwe winkels, evenals lasten uit hoofde van bijzondere waardevermindering van vaste activa.
Eerste drie kwartalen van 2003
De netto-omzet van Albert Heijn daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 2,0% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De identieke omzet van Albert Heijn daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 2,0% vooral als gevolg van lagere consumentenbestedingen en een negatief sentiment in de markt ten opzichte van Albert Heijn. Dientengevolge introduceerde Albert Heijn in oktober 2003 een nieuwe prijsstrategie.
De netto-omzet van de overige Europese detailhandelsactiviteiten steeg in de eerste drie kwartalen van 2003 met 4,1% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, vooral dankzij een sterke groei van de netto-omzet bij Schuitema en een toename van de netto-omzet in Centraal Europa en Spanje. De omzet werd fractioneel negatief beïnvloed door de verkoop van de speciaalzaken van Ahold (Jamin en De Tuinen) in Nederland, die afgerond werd in het tweede kwartaal van 2003. In Centraal-Europa en Spanje steeg de netto-omzet als gevolg van de opening van nieuwe winkels; echter, in Centraal-Europa werd de netto-omzet negatief beïnvloed door deflatie en een negatief wisselkoerseffect.
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten van de Europese detailhandelsactiviteiten daalde, vooral door een lager bedrijfsresultaat bij Albert Heijn. Dit werd voornamelijk veroorzaakt door een lagere netto-omzet en brutomarges, welk effect gedeeltelijk tenietgedaan werd door de start van kostenbesparings-plannen. In reactie op de sterke concurrentie kondigde Albert Heijn op 5 oktober 2003 een campagne ter herpositionering van de prijzen aan.
Het bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten van de overige Europese detailhandelsactiviteiten lag in de eerste drie kwartalen van 2003 vrijwel op het niveau van de vergelijkbare periode van vorig jaar.
Foodservice
Foodservice Verenigde Staten
Derde kwartaal 2003
Het negatieve bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten van de Europese detailhandelsactiviteiten werd voornamelijk veroorzaakt door aanhoudende aanzienlijke druk op de brutomarges van USF als gevolg van de aandacht voor voorraadbeheersing en de daarmee samenhangende reductie van inkoopvolumes bij leveranciers. Als gevolg hiervan daalden de kwantumkortingen, die gebaseerd zijn op aankopen bij leveranciers en die in mindering worden gebracht op de kostprijs van de omzet.
Eerste drie kwartalen van 2003
De netto-omzet van U.S. Foodservice daalde in de eerste drie kwartalen met 15,7% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, voornamelijk als gevolg van de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro.
In Amerikaanse dollars steeg de netto-omzet licht met 1,2% als gevolg van de acquisitie van Lady Baltimore en Allen Foods in respectievelijk september en december 2002, welke acquisities ongeveer 1,8% bijdroegen aan de stijging van de netto-omzet in de eerste drie kwartalen van 2003; dit betekent dat er exclusief deze acquisities sprake was van een geringe daling van de netto-omzet.
Het negatieve bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten was met name het gevolg van aanzienlijke druk op het bedrijfsresultaat van U.S. Foodservice vooral als gevolg van de nasleep van de boekhoudkundige kwesties en onderzoeken in 2003. Daarnaast verslechterde onze positie ten opzichte van leveranciers, waardoor dezen de prijzen verhoogden en de betalingstermijnen verkortten, hetgeen een scherpe daling van de winstgevendheid tot gevolg had.
Foodservice Europa
De netto-omzet van foodservice-organisatie Deli XL, actief in Nederland en België, daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 3,3 % vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De daling was hoofdzakelijk het gevolg van de aanhoudend ongunstige economische omstandigheden.
Het bedrijfsresultaat van Deli XL daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 75,0% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar.
Overige werkgebieden
Detailhandel Zuid-Amerika
De netto-omzet van de Zuid-Amerikaanse detailhandelsactiviteiten steeg in de eerste drie kwartalen van 2003 met 13,6% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Deze stijging was vooral het gevolg van de consolidatie van Disco en Santa Isabel sinds respectievelijk het tweede en derde kwartaal van 2002. De toename werd gedeeltelijk tenietgedaan door het effect van de verkoop van de Chileense en, in mindere mate, Paraguayaanse activiteiten van Santa Isabel in respectievelijk juli en september 2003.
Het negatieve bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten in de eerste drie kwartalen van 2003 was een gevolg van de consolidatie van Disco en Santa Isabel sinds respectievelijk het tweede en derde kwartaal van 2002, die beide een negatief bedrijfsresultaat hadden, alsmede van het negatieve effect van een lagere netto-omzet en lagere marges bij de Braziliaanse activiteiten.
Detailhandel Azië
De netto-omzet van de detailhandelsactiviteiten in Azië daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 17,7% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De daling was hoofdzakelijk het gevolg van de verkoop van de Maleisische en Indonesische activiteiten, die afgerond werd in september 2003, alsmede van een daling van de netto-omzet in Thailand onder invloed van scherpe concurrentie.
De toename van het negatieve resultaat was vooral het gevolg van een lagere netto-omzet en brutomarge en van herstructureringskosten die in de eerste drie kwartalen van 2003 werden genomen in verband met het desinvesteringsprogramma in Azië.
Overige activiteiten
De overige activiteiten omvatten de operaties van drie vastgoedondernemingen die winkellocaties in Europa en de Verenigde Staten aankopen, ontwikkelen en beheren, alsmede de kosten van de moedermaatschappij. Het negatieve bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten in de eerste drie kwartalen van 2003 hing gedeeltelijk samen met kosten van het hoofdkantoor van EUR 124 miljoen tegen EUR 24 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Deze hogere kosten in 2003 werden hoofdzakelijk veroorzaakt door de aanzienlijke lasten die samenhingen met de forensische en juridische onderzoeken die zijn uitgevoerd, lopende processen en voortgaande onderzoeken door justitiële en toezichthoudende instanties, alsmede hogere accountantskosten in verband met de jaarrekeningcontrole 2002. Verder stegen de kosten van het hoofdkantoor als gevolg van een stijging van de voorziening uit hoofde van de schadereserve en een daling van de winsten op vastgoed in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar.
Kasstroomoverzicht
De nettokasstroom uit operationele activiteiten daalde in de eerste drie kwartalen van 2003 met 48% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar, vooral als gevolg van de afname van het bedrijfsresultaat. Mutaties in het werkkapitaal leidden tot een negatieve kasstroom van EUR 131 miljoen, gedeeltelijk als gevolg van kortere betalingstermijnen die werden opgelegd door een aantal leveranciers van U.S. Foodservice na de ontdekking van boekhoudkundige onregelmatigheden, die bekendgemaakt werden op 24 februari 2003 en daarna. Als gevolg hiervan resulteerden veranderingen in crediteuren in de eerste drie kwartalen van 2003 in een negatieve kasstroom van EUR 532 miljoen. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door een positieve kasstroom als gevolg van veranderingen in voorraden, die gedeeltelijk te danken was aan de grotere aandacht bij U.S. Foodservice voor het voorraadniveau en aankopen bij leveranciers.
De investeringen in materiële vaste activa bedroegen in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 805 miljoen tegen EUR 1.445 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. De verkopen van materiële en immateriële vaste activa bedroegen in de eerste drie kwartalen van 2003 EUR 455 miljoen tegen EUR 318 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen, uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal, bedroeg 10,0 % aan het eind van het derde kwartaal tegen 10,5% eind 2002.
Schuldpositie
De voortschrijdende rentedekking bedroeg aan het eind van het derde kwartaal van 2003 1,2 vergeleken met 2,5 aan het eind van dezelfde periode vorig jaar. De voortschrijdende verhouding nettoschuld/EBITDA bedroeg 4,3 aan het eind het derde kwartaal van 2003 tegen 3,1 op hetzelfde tijdstip vorig jaar.
Vooruitzichten voor 2003
Verwacht wordt dat de geconsolideerde netto-omzet over 2003, exclusief wisselkoerseffecten iets hoger zal uitkomen dan in 2002, vooral als gevolg van een stijging in de netto-omzet in de Amerikaanse detailhandelsactiviteiten door groei van de vergelijkbare omzet en de opening van nieuwe winkels. Deze positieve factor zal gedeeltelijk tenietgedaan worden door de verzwakte wereldeconomie en scherpe concurrentie in de markten waar wij actief zijn, evenals noodzaak voor het management om zich te richten op de nasleep van de aankondiging van 24 februari 2003, alsmede verwante ontwikkelingen.
We verwachten dat de bedrijfskosten, exclusief het effect van wisselkoersen, het effect van bijzondere waardevermindering van goodwill en afschrijvingen en bijzondere lasten in 2003 aanzienlijk hoger zullen zijn dan in 2002. Verder verwachten we dat de netto financiële baten en lasten, exclusief het effect van wisselkoersen, boven het niveau van 2002 zullen liggen. Niettemin verwachten wij over geheel 2003 een positief nettoresultaat te kunnen rapporteren, exclusief het effect van eventuele bijzondere waardeverminderingen en afschrijvingen die zich in het vierde kwartaal kunnen voordoen en exclusief bijzondere lasten in verband met onze desinvesteringen.
Eind 2003 zullen we het bedrag aan goodwill op de balans beoordelen op mogelijke bijzondere waardevermindering en besluiten of eventuele lasten uit hoofde van bijzondere waardevermindering dienen te worden genomen. Tot op dit moment zijn nog geen gebeurtenissen geïdentificeerd die daartoe aanleiding geven.
Ahold verwacht dat er bijzondere lasten zullen optreden bij de afronding van de verkoop van enkele Latijns-Amerikaanse activiteiten die wij verwachten vóór het eind van 2003 of in 2004. De afronding van deze verkopen zal leiden tot de boeking van de geaccumuleerde koersverschillen in de winst- en verliesrekening en in sommige gevallen tot correctie van goodwill die ten laste van het eigen vermogen is gebracht. De geaccumuleerde koersverschillen die aan het eind van het derde kwartaal van 2003 ten laste van het eigen vermogen waren gebracht, bedroegen EUR 330 miljoen voor Brazilië en EUR 215 miljoen voor Argentinië. De respectievelijke bedragen aan in het resultaat te verwerken goodwill in het geval een transactie zou hebben plaatsgevonden aan het eind van het derde kwartaal van 2003 zou EUR 255 miljoen hebben bedragen voor Brazilië en EUR 82 miljoen voor Argentinië.
Verwacht wordt dat de gang van zaken bij de Amerikaanse detailhandelsactiviteiten in het vierde kwartaal van 2003 duidelijk zal verbeteren vergeleken met het derde kwartaal als gevolg van seizoensinvloeden. De onderneming verwacht dat de EBITA-marge in het vierde kwartaal zal verbeteren tot ongeveer het niveau dat in de eerste drie kwartalen van 2003 werd bereikt.
Bij Albert Heijn zal het bedrijfsresultaat negatief worden beïnvloed door de herpositionering op prijsgebied die op 5 oktober werd aangekondigd. Echter, de onderneming verwacht dat dit negatieve effect gedeeltelijk zal worden gecompenseerd door een hoger verkoopvolume. Tot nu toe heeft de consument positief gereageerd op de herpositionering van Albert Heijn met betrekking tot de prijzen.
Ahold verwacht dat de foodservice-activiteiten in de Verenigde Staten in het vierde kwartaal van 2003 een duidelijk lager negatief bedrijfsresultaat vóór bijzondere waardevermindering en afschrijving van goodwill en bijzondere lasten, exclusief wisselkoerseffect, zullen hebben dan in het derde kwartaal van 2003.
Berekening conform US GAAP
De gecontroleerde jaarrekening 2002 op Form 20-F, die gedeponeerd is bij de Securities and Exchange Commission, bevat een omrekening van het nettoresultaat en het eigen vermogen van Dutch GAAP naar US GAAP. Ahold heeft in 2003 geen berekening conform US GAAP op kwartaalbasis verstrekt, maar is voornemens dit in 2004 te doen.
Waarderingsgrondslagen
De toegepaste waarderingsgrondslagen zijn ongewijzigd vergeleken met de waarderings-grondslagen zoals die zijn aangegeven in het jaarverslag 2002, dat in het Nederlands en het Engels is gepubliceerd. Beide versies zijn beschikbaar de website (www.ahold.nl).
In november 2002 bereikte de Emerging Issues Task Force (hierna EITF) van de Financial Accounting Standards Board in de Verenigde Staten overeenstemming over Issue No. 02-16, Consideration Received from a Vendor by a Customer (Including a Reseller of the Vendor's Products) (EITF 02-16). Volgens deze richtlijn moet een contante vergoeding die wordt ontvangen van een leverancier beschouwd worden als een aanpassing van de prijs van de producten of diensten van de leverancier en daarom bij de verkoop worden geboekt als een reductie van de kostprijs van de netto-omzet tenzij (1) de betaling een terugbetaling is voor specifieke, aanvullende, identificeerbare kosten die worden gemaakt voor de verkoop van producten van de leverancier en daarom worden geboekt als een reductie van die kosten of (2) de betaling een vergoeding is voor producten of diensten die geleverd worden aan de leverancier en daarom worden geboekt als omzet.
Ahold zal de regels van EITF 02-16 onder Dutch GAAP in het vierde kwartaal van 2003 toepassen. De onderneming heeft de analyse van het effect van de invoering van EITF 02-16 op de geconsolideerde jaarrekening nog niet afgerond.
De cijfers van 2002 zijn herzien zoals uiteengezet in Toelichting 3 van het jaarverslag 2002.
Overige
De cijfers in dit persbericht zijn niet door de externe accountant gecontroleerd. De balansgegevens per 29 december 2002 zijn afkomstig uit het jaarverslag 2002 van Ahold.
Definities
Open het attachment voor het volledige persbericht, inclusief tabellen.
--------------------------------------
Bepaalde mededelingen in dit persbericht zijn 'forward-looking statements' in de zin van het Amerikaanse effectenrecht en Ahold beoogt dat deze vallen onder de zogeheten 'safe harbors'. Deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, mededelingen betreffende Aholds toekomstige winstgevendheid, verwachtingen ten aanzien van de omvang van mogelijke reclassificaties, het mogelijk terugdraaien van afschrijving goodwill en mogelijke bijzondere lasten, verwachtingen ten aanzien van een toename van netto-omzet en bedrijfskosten en schattingen van de factoren die dergelijke verwachte toenames veroorzaken, mededelingen betreffende het verwachte effect van afgeronde en toekomstige desinvesteringen en mededelingen betreffende de timing van veranderingen in Aholds rapportage naar Dutch GAAP en US GAAP. Deze forward-looking statements zijn onderhevig aan risico's, onzekerheden en andere factoren waardoor de werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van toekomstige resultaten welke tot uitdrukking zijn gebracht in de forward-looking statements. Belangrijke factoren waardoor werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van de informatie weergegeven in deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het effect van algemene economische omstandigheden, de toename van concurrentie in de markten waarin Aholds dochterondernemingen en joint ventures opereren, schommelingen in wisselkoersen, de financiële consolidatie van bepaalde dochternemingen en joint ventures van Ahold, de mogelijkheden voor Ahold om succesvol haar strategie uit te voeren,. problemen bij de naleving van nieuwe regelgeving op het gebied van financiële verslaggeving en andere factoren zoals besproken in Aholds publieke mededelingen. Veel van deze factoren zijn voor Ahold niet beheersbaar en evenmin voorspelbaar. Gegeven deze onzekerheden, wordt de lezer geadviseerd behoedzaam om te gaan met de forward-looking statements, die uitsluitend worden geacht te zijn gedaan per de datum van dit persbericht. Ahold neemt, tenzij daartoe gehouden ingevolge toepasselijk effectenrecht, geen verplichting op zich om (een) gewijzigd(e) forward-looking statement(s) te publiceren naar aanleiding van al dan niet voorziene gebeurtenissen of omstandigheden die zich voordoen na publicatie van dit persbericht. Buiten Nederland presenteert Koninklijke Ahold N.V. - dat is haar statutaire naam - zich onder de naam "Royal Ahold" of kortweg "Ahold"
--------------------------------------