Zaandam, 7 november 2003
- Ahold heeft vandaag de cijfers over het eerste halfjaar en het tweede kwartaal van 2003 gepubliceerd. In een reactie op de resultaten verklaarde Chief Financial Officer Hannu Ryöppönen: "Wij zijn erg tevreden dat wij, na de publicatie van onze gecontroleerde jaarrekening 2002, de resultaten over 2003 kunnen rapporteren, te beginnen met de halfjaarcijfers en op 26 november 2003 de resultaten over het derde kwartaal. Wij verwachten dat we hierdoor de communicatie verder kunnen verbeteren met iedereen die zich interesseert voor de ontwikkelingen bij Ahold en we zien het als een belangrijke stap in de terugkeer naar een normale en voorspelbare publicatiekalender. De resultaten in het eerste halfjaar van 2003 waren teleurstellend en werden beïnvloed door de vele aandacht die het management heeft moeten geven aan de gebeurtenissen die samenhingen met de bekendmaking op 24 februari 2003 en de daaropvolgende onderzoeken. Ik heb er echter vertrouwen in dat de nieuwe strategie, waarvan vandaag ook meer details bekend zijn gemaakt, ons zal helpen op de weg terug en de winstgevendheid van de onderneming in de komende jaren zal herstellen."
Halfjaarcijfers 2003 van Ahold
De netto-omzet kwam in het eerste halfjaar van 2003 uit op EUR 30,3 miljard, een daling van 11,8% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De daling van de netto-omzet was grotendeels toe te schrijven aan lagere wisselkoersen, met name van de Amerikaanse Dollar. De gemiddelde koers van de Amerikaanse Dollar ten opzichte van de Euro daalde in het eerste halfjaar van 2003 met ongeveer 18% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Exclusief het wisselkoerseffect steeg de netto-omzet met 3,6%, vooral dankzij een stijging van de Amerikaanse detailhandelsverkopen met 3,2% en van de Europese detailhandelsverkopen met 1,7%. De netto-omzet van U.S. Foodservice daalde met 0,7%. De netto-omzet werd positief beïnvloed door de consolidatie van de werkmaatschappijen Disco en Santa Isabel in Zuid-Amerika in respectievelijk april en juli 2002, evenals de acquisitie van Lady Baltimore en Allen Foods in respectievelijk september en december 2002. Gecombineerd droegen deze consolidaties en acquisities ongeveer 2% bij aan de omzetgroei in het eerste halfjaar van 2003 exclusief wisselkoerseffecten.
Het bedrijfsresultaat kwam in het eerste halfjaar van 2003 uit op EUR 587 miljoen, een daling van 17,2% in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar. De daling werd hoofdzakelijk veroorzaakt door een lager resultaat in alle operationele segmenten, inclusief de Amerikaanse detailhandel, waar het resultaat in Amerikaanse Dollars overigens slechts fractioneel lager was. Het bedrijfsresultaat in de eerste helft van 2002 was inclusief een bijzondere last van EUR 372 miljoen als gevolg van garanties door het in gebreke blijven van Velox Retail Holding, de joint venture partner van Ahold in Disco Ahold International Holdings N.V. De afschrijving van goodwill bedroeg in het eerste halfjaar van 2003 EUR 90 miljoen vergeleken met EUR 144 miljoen in dezelfde periode van 2002. De afschrijving van goodwill nam af in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar als gevolg van lagere bedragen aan goodwill op de balans wegens de bijzondere waardeverminderingen van goodwill in 2002. In het eerste halfjaar van 2002 werd een last uit hoofde van bijzondere waardevermindering van goodwill van EUR 88 miljoen genomen in verband met de aankoop van de resterende aandelen in Disco Ahold International Holdings N.V. in juli en augustus 2002.
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten kwam in het eerste halfjaar van 2003 uit op EUR 677 miljoen, een daling van 48,4% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Zie de tabel voor de omrekening van het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten uitgaande van het bedrijfsresultaat.
Berekening van het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten werd in het eerste halfjaar van 2003 ook negatief beïnvloed door de lagere koers van de Amerikaanse Dollar tegenover de Euro. Exclusief wisselkoerseffect bedroeg de daling van het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten 38,6%, voornamelijk als gevolg van een lager resultaat bij U.S. Foodservice, de Europese detailhandelsactiviteiten, Zuid-Amerika en Azië en hogere kosten van accountants en juridische en andere adviseurs.
Verenigde Staten - detailhandel
De stijging van de netto-omzet in het eerste halfjaar van 2003 in vergelijking tot dezelfde periode van 2002 was te danken aan autonome ontwikkelingen in dezelfde winkels en vervangende winkels en aan de opening van nieuwe winkels. De vergelijkbare omzetgroei bedroeg 0,9% en de identieke omzet lag op hetzelfde niveau.
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten daalde in het eerste halfjaar van 2003 vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar als gevolg van lagere resultaten bij Tops, Bruno's en Giant-Landover. De operationele ontwikkeling bij Stop & Shop en Giant-Carlisle bleef in het eerste halfjaar van 2003 zeer positief.
Europa - detailhandel
De netto-omzet van Albert Heijn daalde in het eerste halfjaar van 2003, maar dit werd gecompenseerd door een sterke omzetgroei bij Schuitema en een toename van de netto-omzet in Centraal-Europa en Spanje. De identieke omzet van Albert Heijn daalde met 2,5%. In Centraal-Europa en Spanje was de stijging van de netto-omzet te danken aan de opening van nieuwe winkels.
Albert Heijn realiseerde in het eerste halfjaar van 2003 een lager bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in vergelijking met dezelfde periode van 2002, vooral als gevolg van een daling van de netto-omzet en de brutomarges, die gedeeltelijk werd gecompenseerd door lagere bedrijfskosten en de eerste effecten van kostenbesparingsprogramma's. Schuitema verbeterde het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten vooral dankzij de hogere netto-omzet.
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in Centraal-Europa daalde als gevolg van hogere bedrijfskosten in verband met de opening van nieuwe winkels en een daling van de koopkracht bij consumenten als gevolg van de zwakke economie, die tot druk op de netto-omzet leidde.
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in Spanje daalde als gevolg van lagere brutomarges die voortvloeiden uit lagere verkoopprijzen die werden doorgevoerd om concurrerender te worden in de markt. Verder stegen in Spanje de bedrijfskosten als gevolg van lasten wegens de sluiting van een aantal winkels.
Foodservice
De netto-omzet van U.S. Foodservice werd in het eerste halfjaar van 2003 negatief beïnvloed door de gebeurtenissen rond de ontdekking van boekhoudkundige onregelmatigheden bij U.S. Foodservice die op 24 februari 2003 bekend werden gemaakt. De acquisitie van Lady Baltimore en Allen Foods, respectievelijk in september en december 2002, droeg ongeveer 1,5% aan de ontwikkeling van de netto-omzet bij.
Ook het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten van U.S. Foodservice werd in het eerste halfjaar van 2003 negatief beïnvloed door de gebeurtenissen rond de ontdekking van de boekhoudkundige onregelmatigheden, hetgeen resulteerde in een aanzienlijke druk op de brutomarges, met name in het eerste kwartaal van 2003, en in hogere bedrijfskosten. De winstgevendheid over de eerste helft van dit uitzonderlijke jaar is een goede indicatie voor de gang van zaken van U.S. Foodservice over geheel 2003.
Overige werkgebieden
In Zuid-Amerika steeg de netto-omzet voornamelijk als gevolg van de consolidatie van Disco en Santa Isabel in respectievelijk april en juli 2002. De netto-omzet werd negatief beïnvloed door lagere wisselkoersen, in het bijzonder van de Braziliaanse Real en de Chileense Peso. De gemiddelde koers van de Braziliaanse Real en de Chileense Peso tegenover de Euro daalde in het eerste halfjaar van 2003 met respectievelijk 27% en 23% vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. De netto-omzet in Brazilië steeg in lokale valuta, gedeeltelijk dankzij de opening van nieuwe winkels bij Bompreço.
Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in Zuid-Amerika was in het eerste halfjaar van 2003 EUR 8 miljoen negatief tegen EUR 32 miljoen positief in dezelfde periode van vorig jaar. De daling was vooral het gevolg van de consolidatie van Disco en Santa Isabel in respectievelijk april en juli 2002; beide ondernemingen hadden een negatief bedrijfsresultaat. Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in Brazilië was in het eerste halfjaar van 2003 lager dan in dezelfde periode van vorig jaar als gevolg van hogere personeelslasten. Het bedrijfsresultaat vóór goodwill en bijzondere posten in het segment Overige verslechterde in het eerste halfjaar van 2003 met EUR 86 miljoen vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. Dit werd gedeeltelijk veroorzaakt door een stijging van de kosten van het hoofdkantoor met in totaal EUR 55 miljoen voor accountants en juridische en andere adviseurs. Verder stegen de verzekeringskosten in vergelijking met 2002 als gevolg van de vrijval van een overtollige voorziening in de eerste helft van 2002, terwijl ook de winsten op vastgoed in het eerste halfjaar van 2003 onder het niveau van het eerste halfjaar van 2002 lagen.
Afschrijving goodwill
De afschrijving goodwill bedroeg in het eerste halfjaar van 2003 EUR 90 miljoen (zelfde periode van 2002: EUR 144 miljoen). Lagere bedragen aan goodwill op de balans per eind 2002, die resulteerden uit de lasten wegens bijzondere waardeverminderingen die in 2002 werden genomen en de lagere gemiddelde koers van de Amerikaanse Dollar ten opzichte van de Euro, waren grotendeels verantwoordelijk voor de daling.
Bijzondere waardevermindering goodwill
In het eerste halfjaar van 2003 werden geen lasten voor bijzondere waardevermindering van goodwill genomen (zelfde periode van 2002: EUR 88 miljoen). De last die in het eerste halfjaar van 2002 werd genomen uit hoofde van bijzondere waardevermindering van goodwill had betrekking op Disco Ahold International Holdings N.V.
Bijzondere posten
In het eerste halfjaar van 2003 was er geen sprake van bijzondere posten. In dezelfde periode van 2002 werd een bijzondere last genomen van EUR 372 miljoen vanwege het feit dat de aankoop van extra aandelen Disco Ahold International Holdings N.V. in juli en augustus 2002 plaatsvond tegen een prijs die de reële waarde van de verworven aandelen met EUR 367 miljoen overtrof en dat een lening van EUR 5 miljoen aan Velox moest worden afgeschreven.
Netto financiële baten en lasten
De netto rentelasten stegen in het eerste halfjaar van 2003 met 5,8% tot EUR 533 miljoen (zelfde periode van 2002: EUR 504 miljoen), voornamelijk als gevolg van bankprovisies en rentelasten met betrekking tot de nieuwe kredietfaciliteit die op 3 maart 2003 werd getekend, nieuwe leningen die werden opgenomen of die meekwamen met acquisities in de loop van 2002 en een toename van het in 2002 in contanten uitbetaalde dividend. Dit werd gedeeltelijk gecompenseerd door een gunstig wisselkoerseffect, met name van de Amerikaanse Dollar ten opzichte van de Euro. Exclusief het wisselkoerseffect stegen de netto rentelasten met 23%.
Het wisselkoersresultaat was in het eerste halfjaar van 2003 EUR 20 miljoen positief en had vooral betrekking op het positieve effect van de revaluatie van de Argentijnse Peso op in Amerikaanse Dollars luidende schulden in Argentinië. In dezelfde periode van 2002 was er een verlies op wisselkoersen van EUR 71 miljoen als gevolg van de devaluatie van de Argentijnse Peso en verliezen door inflatie-aanpassingen in Argentinië.
Belastingen naar de winst
De belastingdruk, gecorrigeerd voor het effect van goodwill en bijzondere posten, steeg in het eerste halfjaar van 2003 tot 42% vergeleken met 29% in dezelfde periode van vorig jaar. De belangrijkste factor die aan deze stijging van de belastingdruk bijdroeg, was een veranderde mix van resultaten in de verschillende landen, en een groter verlies in gebieden waar verliezen niet gecompenseerd konden worden.
Resultaat deelnemingen
Het resultaat deelnemingen was in het eerste halfjaar van 2003 EUR 51 miljoen positief tegen EUR 69 miljoen negatief in dezelfde periode van vorig jaar.
Het verlies van DAIH van EUR 126 miljoen in het eerste halfjaar van 2002 werd voornamelijk veroorzaakt door het negatieve effect van de devaluatie van de Argentijnse Peso op in Amerikaanse Dollars luidende leningen, evenals door verliezen uit hoofde van inflatie-aanpassing op schulden aan derden luidend in Argentijnse Peso's in Argentinië. In het eerste halfjaar van 2003 was DAIH, inclusief Disco en Santa Isabel, volledig geconsolideerd.
Kasstroomoverzicht
De nettokasstroom uit operationele activiteiten kwam in het eerste halfjaar van 2003 uit op EUR 678 miljoen (zelfde periode van 2002: EUR 1.316 miljoen). Veranderingen in het werkkapitaal resulteerden in een negatieve kasstroom van EUR 102 miljoen, gedeeltelijk veroorzaakt door kortere betalingstermijnen die werden opgelegd door bepaalde leveranciers van U.S. Foodservice als uitvloeisel van de ontdekking van de boekhoudkundige onregelmatigheden die oorspronkelijk op 24 februari 2003 bekend werd gemaakt.
De investeringen in materiële en immateriële vaste activa bedroegen in het eerste halfjaar van 2003 EUR 612 miljoen (zelfde periode van 2002: EUR 1.094 miljoen). Desinvesteringen van materiële en immateriële vaste activa bedroegen EUR 260 miljoen (zelfde periode van 2002: EUR 110 miljoen). Zowel in 2003 als in 2002 ging het hoofdzakelijk om sale and leaseback transacties in de Verenigde Staten en Europa.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen, uitgedrukt in procenten van het balanstotaal, bedroeg 9,9% (eind 2002: 10,5%). Het eigen vermogen bedroeg op 13 juli 2003 EUR 2.319 miljoen.
Schuldpositie
De voortschrijdende rentedekking bedroeg aan het eind van het eerste halfjaar 1,5 vergeleken met 2,6 op hetzelfde tijdstip vorig jaar. De verhouding voortschrijdende nettoschuld/EBITDA bedroeg 3,9 aan het eind van het eerste halfjaar van 2003 tegen 2,9 op hetzelfde tijdstip vorig jaar.
Berekening conform US GAAP
De gecontroleerde jaarrekening 2002 Form 20-F, die gedeponeerd is bij de Securities and Exchange Commission, bevat een berekening van het nettoresultaat en het eigen vermogen van 2002. Ahold zal in 2003 geen berekening conform US GAAP op kwartaalbasis verstrekken, maar zal dit in 2004 doen.
In november 2002 bereikte de Emerging Issues Task Force (hierna EITF) van de Financial Accounting Standards Board overeenstemming over Issue No. 02-16, Administratie van vergoedingen ontvangen van een leverancier door een afnemer (inclusief een wederverkoper van de producten van de leverancier) (EITF 02-16).
Volgens deze richtlijn moet een contante vergoeding die wordt ontvangen van een leverancier beschouwd worden als een aanpassing van de prijs van de producten of diensten van de leverancier en daarom bij de verkoop worden geboekt als een reductie van de kostprijs van de netto-omzet tenzij (1) de betaling een terugbetaling is voor specifieke, extra, identificeerbare kosten die worden gemaakt voor de verkoop van producten van de leverancier en daarom worden geboekt als een reductie van die kosten of (2) de betaling een vergoeding is voor producten of diensten die geleverd worden aan de leverancier en daarom worden geboekt als omzet.
Ahold zal de regels van EITF 02-16 onder NL GAAP toepassen, zoals toegestaan is in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving in Nederland in 2003. De onderneming heeft het effect van de invoering van EITF 02-16 op de geconsolideerde jaarrekening nog niet vastgesteld.
Waarderingsgrondslagen
De toegepaste waarderingsgrondslagen zijn ongewijzigd vergeleken met de waarderings-grondslagen zoals die zijn aangegeven in het jaarverslag 2002, waarvan de Engelse versie vorige maand werd gepubliceerd. De Nederlandse versie is vanaf heden beschikbaar, zowel in gedrukte vorm als op de website (www.ahold.nl).
De cijfers in dit persbericht zijn niet door de accountants gecontroleerd, met uitzondering van de balansgegevens per 29 december 2002.
Definities
Voor het volledige persbericht, inclusief tabellen, kunt u het attachment openen.
--------------------------------------------------------------------------
Bepaalde uitspraken in dit persbericht zijn 'forward-looking statements' in de zin van het Amerikaanse effectenrecht en Ahold beoogt dat deze vallen onder de zogeheten 'safe harbors'.
Deze 'forward-looking statements' omvatten, maar zijn niet beperkt tot, uitspraken over Aholds winstgevendheid in de toekomst en uitspraken over de timing van wijzigingen in Aholds verslaglegging naar Dutch GAAP en US GAAP. Deze forward-looking statements zijn onderhevig aan risico's, onzekerheden en andere factoren, waardoor de werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van toekomstige resultaten welke tot uitdrukking zijn gebracht in de forward-looking statements. Belangrijke factoren die ertoe kunnen leiden dat de werkelijke resultaten aanmerkelijk verschillen van de informatie tot uitdrukking gebracht in deze forward-looking statements omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het effect van algemene economische omstandigheden, Aholds vermogen om haar strategie succesvol te implementeren, moeilijkheden bij de naleving van nieuw aangekondigde boekhoudkundige regelgeving en andere factoren aangehaald in Aholds publieke mededelingen. Veel van deze factoren zijn voor Ahold niet beheersbaar en evenmin voorspelbaar. Gegeven deze onzekerheden, wordt de lezer geadviseerd behoedzaam om te gaan met de forward-looking statements, die uitsluitend geacht worden te zijn gedaan per de datum van dit persbericht. Ahold neemt, tenzij daartoe gehouden ingevolge toepasselijk effectenrecht, geen verplichting op zich om gewijzigde forward-looking statements te publiceren naar aanleiding van al dan niet voorziene gebeurtenissen of omstandigheden die zich voordoen na publicatie van dit persbericht. Buiten Nederland presenteert Koninklijke Ahold N.V. zich onder de naam "Royal Ahold" of kortweg "Ahold". De geregistreerde naam van de onderneming is "Koninklijke Ahold N.V."
--------------------------------------------------------------------------